#44 – Twee bureaulampen en Steve Jobs
25 jaar na Think Different en vier dagen na het uitlezen van Steve Jobs’ biografie
Luxo is een bureaulamp. Grijs van kleur, klassiek model. Er rolt een balletje zijn kant op. Geel, blauwe band, rode ster. Vriendelijke kleuren. Luxo is een bureaulamp. Hij richt zijn blik op het balletje en geeft het ding een kopje. Het balletje rolt uit beeld, komt dan weer terug. Weer een kaats van Luxo. Iets meer kracht ditmaal. Een derde maal. Het balletje rolt nu niet tegen de lampvoet, maar langs Luxo. Hij kijkt het balletje na en maakt verder geen aanstalten. Dat is geen einde. Een kleinere, identieke kopie van de statige bureaulamp komt het beeld in gehupt. Het is Luxo Jr. Met ferme sprongen hupt hij in de richting van Luxo, die een stapje achteruit doet, en ze kijken elkaar aan. Na korte contemplatie, ze lijken het nog niet eens te zijn, hupt het kleintje door. Op naar het balletje. Luxo kijkt hem na, voorzichtig schuddend met zijn lampenhoofd. Het eindigt ermee dat Luxo Jr. bovenop het kleine balletje hopt. Op het ronde voorwerp is het heerlijk heen en weer wiegen, uitmondend tot een extatisch op en neer bewegen. De druk wordt te groot en de bal loopt leeg. Weg plezier, einde verhaal. Luxo Jr. lijkt voor een ogenblik niet te weten wat te doen en komt dan toch maar van het plat geworden materiaal af. Hij hupt niet meer, maar wiebelt nu voorzichtig weg op de achterkant van zijn voet. Met zijn tweeën buigen ze over het ding. En alsof Luxo Jr. het niet wil geloven draait hij het platte stuk plastic om. Dat verandert de zaak niet. Dan richten de twee lampen zich tot elkaar, Luxo knikt hevig en Jr. zakt ineen van teleurstelling, verdriet en misschien wel schaamte. Nog steeds met het hoofd omlaag hupt junior weg, hij kwam te paard en gaat te voet. Terwijl Luxo net wat inzakt en het voorval lijkt te overdenken doet het volgende zich alweer voor. Hij schrikt op. Iets nieuws, een veel grotere bal komt nu aanrollen. Luxo Jr. er weer achteraan. Natuurlijk. Weer enthousiast huppend en zelfs een sparteling in de lucht met zijn voetje, een expressie van niet uit te spreken vrolijkheid. Luxo kijkt hem na, werpt een blik op ons en kijkt dan naar beneden. Terwijl hij zijn hoofd schudt wordt het donker.
In 1987 werd de korte animatiefilm Luxo Jr. genomineerd voor een Oscar. Hoewel dat jaar nog werd verloren van Een Griekse tragedie – een Vlaams/Nederlandse film over drie vrouwenbeelden die al eeuwenlang een tempel ondersteunen, maar tevergeefs kijkend naar de afbrokkeling – markeerde Luxo Jr. het begin van de zegentocht van Pixar, van Toy Story en Finding Nemo tot Ratatouille en Up.
Wanneer je Walter Isaacsons vuistdikke biografie Steve Jobs leest verrast het niet dat Jobs aan de basis stond van het succes, als investeerder en CEO. Nog voor de biografie echt begint, in het hoofdstuk Introduction, geeft Isaacson weg wat Jobs een leven lang deed, Jobs: “I always thought of myself as a humanities person as a kid, but I liked electronics. Then I read something that one of my heroes, Edwin Land of Polaroid, said about the importance of people who could stand at the intersection of humanities and sciences, and I decided that’s what I wanted to do.”
Jobs had met Land gemeen dat hij vroegtijdig met zijn studie stopte. En zonder te willen bijdragen aan de mythe dat grote ondernemers per definitie hun studie niet afmaken – Google ontstond uit een PhD-onderzoek – is het illustratief voor de onafhankelijkheid, het vertrouwen en de flexibiliteit die Jobs en Land kenmerkten. Ze kijken breder en verder dan de meesten, they think different. Grasduinend op het internet op zoek naar het verhaal van Edwin Land stuit ik op twee belangrijke Polaroid investeerders en grappig genoeg vind ik ook daar wat standing at intersections. Averell Harriman was naast Wall Street magnaat ook een politiek figuur en was tijdens de huwelijksreis met zijn tweede vrouw vooral druk werken van Van Gogh, Degas, Cézanne, Picasso en Renoir te kopen. De geestelijk vader van zakenbank J.P. Morgan blijkt tijd te hebben gespendeerd in Europa om Frans en Duits te leren en een graad in kunstgeschiedenis te halen.
Je zou kunnen zeggen dat Steve Jobs keer op een keer een tweede, grotere bal ging halen. Er was altijd een nieuwe uitdaging, een nieuw niveau. Ongeacht of het vorige was gelukt of mislukt. Zo kwam Pixar op Jobs zijn pad toen hij er bij Apple, en niet zonder slag of stoot, uit was geschopt. En waar de onoplettende kijker dit zou duiden als buitengewoon doorzettingsvermogen zie ik iets diepers. Het is een puurheid en ongeremdheid die dit de logische weg maakte.
Puurheid klinkt kalm en lief, maar het is ook hard, confronterend, schurend en heftig. Toen Steve in zijn jonge jaren bij computerspellenmaker Atari werkte werd hij naar nachtdiensten verbannen omdat hij ronduit onbeschoft was tegen zijn collega’s en als baas van Apple werden kwalificaties als ‘this is shit’ verre van geschuwd. Al vroeg perfectioneerde Steve trucs als aanstaren en lange stiltes om mensen in zijn macht te krijgen en later kwam hij bekend te staan om zijn Reality Distorion Fields. Of een werknemer of leverancier nu overtuigd was dat iets technisch gezien onmogelijk was of niet voor een deadline geregeld kon worden, aanmoedigingen van Jobs konden zo innemend zijn dat het geloof verschoof en de gewenste uitkomst werkelijkheid werd. Ook Jobs zijn ongeremde, bikkelharde en eindeloze kritiek zou een truc kunnen zijn. Om mensen op scherp te zetten en gemuit te voorkomen. En dat is ook zo, maar niet helemaal.
De onaardige persoonlijkheid kwam namelijk ook vaak genoeg aan de oppervlakte op voor Apple totaal irrelevante momenten, in de supermarkt in Californië of op de markt in India. Op een gegeven moment vraagt Isaacson er simpelweg naar: waarom doe je zo? Een echt antwoord heeft Jobs niet, zo is hij nu eenmaal.
Puurheid betekent niet hetzelfde als eerlijkheid. Waar medeoprichter en technisch wonder Steve Wozniak op aangeven van zijn vader nooit loog – sommigen vonden hem kinderlijk naïef, maakte Jobs er bijna een sport van om te spelen met de waarheid. Hij kon anekdotes aanhalen die van geen kant klopten of onbeschaamd ideeën jatten. Hij kon je vandaag vertellen dat iets ‘shit’ was en de volgende dag hetzelfde concept presenteren alsof het van hem was. En dit is precies wat ik bedoel met puurheid, geen enkele boodschap hebbend aan sociale conventies ging hij zijn eigen weg.
In Luxo Jr. zijn de twee stopcontacten waar de twee lampen zijn ingeplugd duidelijk zichtbaar. Jobs daarentegen probeerde zich altijd als onafhankelijk te profileren. Toen hij ging studeren liet hij zich niet op de campus uitzwaaien door zijn ouders. Later had hij daar spijt van, maar op dat moment was er de drang om iemand te zijn zonder wortels, zonder connecties, zonder achtergrond. Hij had goede vrienden en jarenlange zakenrelaties, tegelijkertijd zijn kwalificaties als antiloyaal en egoïstisch niet overtrokken.
Verwar de puurheid die ik probeer te schetsen niet met het idee dat Steve werd geboren als het icoon dat hij later werd. Hij werd diep beïnvloed door de mensen die hij toeliet als inspiratiebron. Zo was er Robert Friedland, de zoon van een Auschwitz overlever, maar ook een veroordeeld man voor het bezit van 24.000 LSD tabletten, die Jobs tijdens zijn studietijd op een nieuw pad zette. Het was Robert die hem met zijn charisma en spiritualiteit leerde om zich te openen en controle te nemen over situaties. In die tijd werd ook een interesse voor boeddhisme en verlichting geboren. Friedland was ook een nieuwe les om niet te gehecht te raken aan personen. Friedland transformeerde van een op het eerste gezicht integere commune leider tot een enigszins twijfelachtige mijnbouwondernemer.
Ook opvallend is dat Jobs vaak huilde. Als hij op belangrijke momenten de werkelijkheid niet naar zijn hand wist te zetten volgden vaker dan eens tranen. Zo was er die keer dat de vader van Steve Wozniak, Steve Jobs confronteerde met het feit dat zonder zijn zoon Apple niets had om te verkopen. Vader Wozniak tegen Jobs: “You don’t deserve shit. You haven’t produced anything.” En Steve begon te huilen. Het greep aan en hij zei tegen zijn vriend: “If we’re not fifty-fifty, you can have the whole thing.”
Wozniak besloot anders, want hij zag dat Jobs wel degelijk dingen kon die hij niet kon. Belangrijke dingen…
De esthetische kracht van Luxo Jr. kan niet onvermeld blijven. Natuurlijk, subtiel, warm en puur zijn kwalificaties die de tijdloze schoonheid toekomen. De film past binnen de oneindige hang naar schoonheid van Steve Jobs. Hij had moeite om meubels te kopen, aangezien het perfect moest zijn en ging er prat op dat ook onderdelen die niemand, een eventuele monteur daargelaten, ooit zou zien, mooi moesten zijn. Natuurlijk roept het vraagtekens op wanneer een man tussen tweeduizend opties niet de juiste tint beige kan vinden voor een nieuwe computer – de Apple II – en er zelf één wil creëren, maar een zoektocht naar schoonheid an sich is inspirerend. Esthetiek is tegelijkertijd alles en niets waard, mooier wordt het niet.