“Wie tegendraadsheid in onze literatuur zoekt, zal snel ontdekken dat schraalhans al tijden keukenmeester is.” ― Özcan Akyol in Generaal zonder leger
Beste lezer,
Deze week een inzicht van mij, een serietip van dé Nederlandse substack over series I Like To Watch en zoals altijd sluiten we af met een paar (niet geheel) Random Picks.
Maar nu eerst een foto van de grootste blauwe diamant ter wereld. De steen werd deze week geveild voor een luttele HK$ 450.925.000, oftewel een slordige € 54.500.000.
Inzicht van de week
“‘Weet je wat het is,’ zei de boekenhandelaar. ‘De vrouw van de bakker, een paar panden verderop, stond van de zomer plotseling ook in mijn winkel - voor het eerst. Ze kocht voor haar vakantie vier boeken van Riley. Normaal zie ik dat volk nooit. En eerlijk gezegd, onder ons, ik weet niet eens of ik daar zo blij mee ben.’”
Aldus Özcan Akyol in zijn Boekenweekessay vorig jaar. De anekdote maakt duidelijk hoe een boekenhandelaar kan houden van boeken en boeken verkopen, maar wel alleen als het precies de juiste boeken zijn en niet zoiets als de toegankelijke Zeven Zussen boeken van Lucinda Riley. In Generaal zonder leger maakt Akyol gehakt van de naar binnen gekeerde literaire wereld: boekpresentaties zijn net als Turkse bruiloften altijd hetzelfde en marketing is een vies woord. Akyol maakt zich boos om de “afstotelijke pretentie” en denk dat het doel moet zijn om zoveel mogelijk mensen te laten genieten van lezen. Niet steeds ingewikkelder en preciezer wat wel en wat niet het lezen waard is en of iets wel of niet literatuur is.
Met deze analyse heeft Akyol een fenomeen blootgelegd dat economisch buitengewoon boeiend is. Het raakt aan een essentiële vraag die overal in de economie opduikt: moet je investeren om iets ‘slechts’ beter te maken (van niet-lezer tot Lucinda Riley-lezer) of is het beter te investeren in potentiële perfectie?
Als ik met dezelfde tijdsinvestering van een 4 een 7 kan maken of van een 9 van 9.2, lijkt de keuze makkelijk gemaakt. Maar wat nu als die 9.2 als lichtend voorbeeld kan dienen, als inspiratiebron voor velen om van een 5 een 6, 7 of 8 te maken. Of wat als de keuze is, van een 3 naar een 4 of van een 5 naar een 6. In de eerste situatie is de relatieve verandering groter, optie twee maakt van een onvoldoende een voldoende.
Misschien zegt bovenstaand gerommel met rapportcijfers je maar weinig, maar het punt wat ik probeer te maken is dat ‘het goede doen’ geen eenvoudig begrip is. Binnen de Effective Altruism beweging wordt dit besef sterk gevoeld en zoekt men naar kaders om pogingen om het goede te doen ook echt te laten werken. Tijdens ons gesprek een paar weken geleden introduceerde Pepijn Vloemans me tot het INT-framework: we zouden moeten focussen op problemen die important, neglected, and tractable zijn.
Vooral het kopje neglected vind ik interessant omdat dit criteria vrij inzichtelijk is, maar toch vaak wordt veronachtzaamd. Dat bepaalde problemen worden verwaarloosd is in mijn ogen veelal te wijden aan een simpele, maar ongemakkelijke waarheid: een gebrek aan bereidheid oncomfortabel te zijn.
Als je kiest voor een (goedbetaalde) baan bij Shell om je daar in te gaan zetten voor verduurzaming zal je op weerstand stuiten. Als je strijd tegen discriminatie zijn gesprekken met extreemrechtse mensen niet gezellig. Als je een introverte dichter bent is het niet lekker om interviews op televisie te geven. Toch kunnen dit objectief de beste keuzes zijn, de economisch logische tijdsinvesteringen.
“Whatever the career, sales ability distinguishes superstars from also-rans.” Vorige week citeerde ik Peter Thiel 21 maal en deze quote bleef hangen. De grap is dat als je heel goed bent in iets, je de noodzaak om te investeren in een leuke verpakking, marketing en sales, minder voelt. Alleen, er komt altijd een punt waarop de verpakking, marketing en sales wel belangrijk wordt. Waar de concurrentie zo moordend is dat de klanten nergens ‘doorheen’ willen kijken, maar het product op een goud schaaltje aangereikt willen krijgen. Als je die kwaliteiten dan niet ontwikkelt hebt loop je tegen een muur aan. Zo gaat veel waarde verloren.
Via een hele andere weg laat de Postcode Loterij zien hoe marketing en sales voor de goede zaak kunnen worden ingezet. Ik las eerder De mannen van de droomfabriek voor Lehman Sisters en voor de oervader van deze loterij - Boudewijn Poelmann - staat als een paal boven water: “Een ideëel doel verdient een commerciële strategie.” De meedogenloze marketing & sales is soms ontluisterend - probeer maar een lot op te zeggen -, maar tegelijkertijd harkte de loterij gedurende haar bestaan meer dan vier miljard euro bij elkaar voor goede doelen.
Zonder te willen pleiten voor een absoluut ‘het doel heiligt de middelen’ zou ik willen adviseren soms je handen vies te maken. Soms frictie te zoeken en proberen iets ‘slechts’ beter te maken. Vaak is dat minder prettig en ongemakkelijker dan iets ‘goeds’ geweldig maken, maar juist daarom, is precies daar de meeste winst te behalen.
Serie van de week
Voor de nieuwsbrief van deze week vroeg ik Anke Meijer om een serietip die past binnen de wereld van Lehman Sisters. Anke Meijer schrijft o.a. voor de VPRO Gids en NRC Handelsblad over series, maar is bovenal het gezicht achter de frisse substack I like to Watch. Naast lekkere lijstjes van series om direct te kijken, verschijnt er ook af en toe een opvallende analyse, zoals deze. Ankes tip voor Lehman Sisters lezers is… Industry van HBO.
“Een serie over de financiële wereld, maar dan nét even anders dan we gewend zijn. De hoofdpersonen heten dit keer niet Jordan Beflort of Gordon Gekko, maar Harper, Yasmin, Hari, Gus en Robert. Vijf groentjes die helemaal onderaan de ladder bungelen bij de Britse investeringsbank waar ze werken. Dit stel haalt zeg maar eerder koffie voor hun superieuren, dan dat ze belangrijke deals mogen sluiten.
Industry wordt gemaakt door Mickey Down en Konrad Kay die beiden tot een paar jaar terug nog in de Londense City werkten. Dit betekent dat de deals die gemaakt worden in de show, daadwerkelijk kloppen (reken vooral na). En dat het jargon ook authentiek is. Hun pitch bij kabelzender HBO was dan ook om de financiële wereld eens realistischer neer te zetten dan gebruikelijk is in de popcultuur. Door dit laatste is Industry uiteindelijk meer een dramaserie over de immense stress van een baan in deze competitieve setting, een plek waar collega’s tegelijkertijd je meest innige contacten en je grootste concurrenten zijn, dan dat het over snelle deals en grote sommen geld gaat. Daarnaast wordt er uiteraard ook aardig wat gedronken, gesnoven en gesekst buiten (en soms tijdens) werkuren. Het blijven twintigers in Londen.
Industry is nu te zien op HBO Max. Het tweede seizoen komt waarschijnlijk later dit jaar uit.”
Sinds een paar weken ben ik betrokken bij Mohi, een initiatief om de online dynamiek van een overdaad aan ruis te doorbreken. Via de app deelt ook Anke zo nu en dan mooie serietips.
Random Picks
Over verregaande marketing en random gesproken, huisdecoratiewinkel Six Bells is gevestigd in Brooklyn, maar heeft wel een heel bijzondere backstory. Naar eigen zeggen haalt de winkel haar inspiratie uit een kleine winkel uit het fictieve dorp Barrow’s Green, waar ongeveer 640 mensen wonen, ‘depending on who is dying and how many babies are being born’. Via de website lees je meer over de fictieve inwoners van het fictieve dorp en hier lees je een Slate artikel over het fenomeen.
2021 was voor media moguls een goed jaar. Benieuwd op wat voor beloning de bazen van Discovery, Netflix en Disney mochten rekenen? Je leest het hier: Variety
Geheel tegen de trend van jobhoppen in werkt Walter Orthmann al 84 jaar voor hetzelfde bedrijf. Orthmann is trots op zijn record, maar leeft vooral in het nu: "You need to get busy with the present, not the past or the future. Here and now is what counts. So, let's go to work!" Lees meer: NPR
Tot volgende week!